Veterinaire Verhalen over Veeverteld door Leo Rogier Verberne |
|
Van boerderij naar bio-industrieDe waargebeurde verhalen in dit boek zijn een greep uit de praktijk van een veearts. Ze spelen zich vooral af op het Noord-Brabantse platteland. Van 1984 tot 2015 onderging de veehouderij daar een metamorfose onder invloed van de Europese superheffing: 70% van de melkveehouders stopte met hun bedrijf. Toch verdween toen in Nederland ‘slechts’ 25% van de melkkoeien. Dus de resterende melkveehouderijen werden groter: in 1984 molken de Nederlandse boeren gemiddeld 42 koeien; toen de superheffing in 2015 werd opgeheven, was het aantal melkkoeien per bedrijf gestegen tot 89. Daardoor moest alles op de boerderijen groter worden: de stallen, de voorraad voer, de capaciteit voor de opslag van mest, het weide- en akker-areaal en de landbouwmachines. Zo groeide de kleine familiebedrijven uit tot grote ondernemingen met vergaande mechanisatie. Daarbij deed o.a. de melkrobot zijn intrede. 1984: dubbel-doel koe voor melk en vlees (16 liter melk per dag) Deze schaalvergroting had ook ingrijpende gevolgen voor de veearts. Die was opgeleid om zieke dieren te genezen. Maar op zulke grote bedrijven telt het individuele dier niet meer mee en is het dokteren aan zieke dieren nagenoeg verdwenen: koeien die onvoldoende produceren, worden eenvoudig geruimd. De economie is onverbiddelijk. De dokter voor het zieke dier op de boerderij van weleer is vervangen door de veterinair begeleider van de huidige bio-industrie. Het vroegere vak van veearts behoort daarmee tot de oude ambachten zoals de stiel van molenaar, voerman en landarbeider. Die ontwikkelingen spelen op de achtergrond van de verhalen in dit boek.
© Leo Rogier Verberne |