English Nederlands

Veterinaire Verhalen over Vee


verteld door Leo Rogier Verberne
met tekeningen van Marisca Bruinooge-Verberne


Farm Animals
  • Cover
  • Opdracht
  • Colofon
  • Inleiding
  • Een big kon niet schijten
  • Plattelandspraktijk
  • Kalf afzagen
  • Slepende melkziekte
  • Kopziekte
  • Koeien onthoornen
  • Keizersnee
  • Doodliggen van biggen
  • Geitenverlossing
  • Schijndood
  • Kalfziekte
  • Scherp-in
  • Lebmaagverplaatsing
  • Drieling
  • Maden
  • Leverbot
  • Ringschimmel
  • Bruls
  • Difterie
  • Mond- en klauwzeer
  • Boviene Virus Diarree
  • Onzichtbare uierontsteking
  • Vaarzenverlossing
  • Bedrijfsbegeleiding
  • Vee-verbetering
  • Auteur
  • 4. Slepende melkziekte (onderlinge veeverzekering) 

    In de voorbije twintigste eeuw had elk Brabants boerendorp een onderlinge veeverzekering die in ons praktijkgebied ‘het fonds’ werd genoemd. Die coöperatieve verzekering bood dekking tegen het verlies van vee. Niet alleen gestorven dieren vielen onder het fonds maar ook zieke of gewonde dieren die van het bedrijf moesten worden afgevoerd omdat behandeling niet zinvol of niet economisch verantwoord was.

    Gemengd bedrijf
    Rond 1970 was het boerenbedrijf in Noord-Brabant nog gemengd en kleinschalig met twee tot zes melkkoeien en wat jongvee; twee of drie zeugen plus een paar mestvarkens, enkele tientallen kippen en een moestuin. En daarvan leefden gezinnen met tien en meer kinderen. Een koe die doodging betekende toen een groot verlies. Er waren veel meer boeren dan nu en die deelden dan gezamenlijk de schade. Maar de bedrijven groeiden en gingen naar diersoort specialiseren. Melkveebedrijven hadden in de jaren tachtig al een veertigtal koeien; in het jaar 2015 waren dat er negenentachtig. Het verlies van een koe woog dus steeds minder zwaar. En er bleven steeds minder boeren over om die schade te delen. Daarmee had de onderlinge veeverzekering afgedaan. In de eenentwintigste eeuw verzekeren boeren alleen nog echte calamiteiten bijv. het verlies van een halve veestapel door brand. Zo’n schade moet dan door een grote maatschappij worden gedekt. Het fonds in Berlicum en Den Dungen heeft nog gefunctioneerd tot de uitbraak van mond- en klauwzeer in 2001 toen op besmette bedrijven alle vee moest worden geruimd.

    Weegbrug
    Het bedrag dat vroeger uit de kas van het fonds aan de getroffen boer werd betaald bij het verlies van een koe, was afhankelijk van haar gewicht. Het dode of zieke dier moest dus worden gewogen voordat het van het bedrijf werd afgevoerd. Een bestuurslid van het fonds kwam dan met zijn tractor naar de betreffende boerderij. Achter op zijn trekker bevond zich de weegbrug. Die was niet door een Delfts ingenieur ontwikkeld, maar bedacht en vervaardigd op een boerderij in Berlicum. En reken maar dat er op het meetresultaat niks viel af te dingen, want er moest per kilo worden uitbetaald.

    001

    weegbrug

    Hersenverschijnselen
    Het is avond en ik heb geen dienst. Toch belt een boer of ik niet even wil komen. Dat is heel ongewoon. Ik vraag verder niks en vertrek. Op het erf staat de trekker met de weegbrug van het veefonds. Een halfuur eerder werd een koe door de dienstdoende collega afgekeurd omdat ze vermoedelijk lijdt aan de ziekte van Aujeszky. Het dier gedroeg zich vreemd: het leek wel blind, liep wankelend en ging tegen de stalwand staan duwen met de kop. Zulk afwijkend gedrag bij vee noemen we ‘hersenverschijnselen’, die heel divers kunnen zijn. Veel ziekten die met hersenverschijnselen gepaard gaan, hebben een dodelijke afloop bijvoorbeeld de gekke-koeien-ziekte en hondsdolheid (rabiës). Dat geldt ook voor rundvee met de ziekte van Aujeszky, die ook wel ‘pseudo-rabiës’ wordt genoemd.

    Ziekte van Aujeszky
    Het Aujeszky-virus komt in de jaren tachtig nog wijdverbreid in Nederland voor onder varkens. En deze boer heeft niet alleen melkvee maar ook mestvarkens en die zijn besmet met dit virus. Dat is door bloedonderzoek vastgesteld. Bij varkens merk je daarvan weinig: ze kunnen drager zijn van het virus zonder zelf ziek te worden. De varkensstal staat hier op ruime afstand van de koeienstal. En er wordt gewerkt in aparte bedrijfskleding en met apart gereedschap. Maar overbrengen van een virus van de ene stal naar de andere is nog minder dan een kleinigheid. Bij koeien kan het Aujeszky-virus in het zenuwstelsel binnendringen waardoor hersenverschijnselen ontstaan die lijken op hondsdolheid (vandaar ‘pseudo-rabiës’). En een dolle koe is angstaanjagend. Ik heb dat eens meegemaakt. Terwijl ik haar stond te temperaturen vloog ze plotseling brullend naar voren en beet zich schuimbekkend vast in de stalen beugel waaraan ze vaststond (gelukkig héél stevig). De boerin die vóór de koe bij de deur stond, vluchtte in paniek de stal uit en liet zich niet meer zien tot het dier van het erf was afgevoerd. In een later stadium wordt zo’n koe suf en na twee of drie dagen gaat ze dood. Behandeling verandert daar niks aan. De diagnose kan alleen met zekerheid worden gesteld door onderzoek van de hersenen en het ruggenmerg. Dus pas na de dood. Gelukkig is het Aujeszky-virus niet besmettelijk voor mensen. Het echte hondsdolheid-virus is dat wel. En als ze in de wei lopen, kunnen koeien daarmee besmet raken door de beet van een dolle hond of een vos. Je moet dus oppassen bij koeien met hersenverschijnselen.

    Onderzoek
    “Goejenavond samen.” De boer en de voorzitter van het fonds voelen zich ongemakkelijk in deze situatie. Nooit eerder is in deze praktijk een ‘second opinion’ gevraagd. Dat heeft dus een dringende reden. We gaan naar de vroegere paardenstal. Daar ligt een magere koe met ingevallen flanken. Ze vreet niet meer en ‘de melk is er onderuit.’ In de koeienstal deed ze vreemd en leek wel blind; onderweg naar hier liep ze te zwalken. Nu ligt ze sloom te kijken. Haar achterpoten zijn wat gezwollen doordat er zoolzweren zitten onder de buitenklauwen. Ondanks haar versufte indruk ben ik op mijn hoede. Ze heeft geen koorts, hart en longen zijn normaal, maar de pens ligt stil en de uier is slap. Bij het inwendige onderzoek blijkt ze niet drachtig en in de pens zit maar weinig voer, de darmen zijn leeg. Met een katheter tap ik wat urine af. Het teststrookje kleurt onmiddellijk fel-paars: dus er zitten veel ketonen in de urine. Dat zijn afbraakproducten van vet. Eén daarvan is aceton, een stof die gemakkelijk verdampt en met een kenmerkende geur.

    Acetonemie
    Als een dier vermagert, wordt lichaamsvet afgebroken en komen er ketonen vrij in het bloed. Die worden niet alleen met de urine uitge-scheiden maar ze komen ook in de melk en ze worden uitgeademd. Veel mensen (zoals ik) ruiken dat niet, maar enkelen hebben een neus die daarvoor heel gevoelig is: zij herkennen de lucht al op enkele meters afstand en tussen veertig koeien wijzen ze aan welk dier stinkt naar aceton. Zo’n koe lijdt dan aan acetonemie, een aandoening die de boeren ‘slepende melkziekte’ noemen. Als de concentratie ketonen (aceton) in het bloed hoog oploopt, worden de hersenen erdoor geprikkeld en kunnen hersenverschijnselen ontstaan. De voorzitter van het veefonds beschikt over zo’n gevoelige neus en hij is de koe komen wegen vanavond. De acetonlucht van het dier was hem bij het wegen opgevallen. “Die koe heeft geen Aujeszky maar slepende melkziekte” heeft hij tegen de eigenaar gezegd. En dat is een aandoening die vaak met goed resultaat kan worden behandeld. Misschien kan deze koe dus toch genezen en hoeft ze niet uit de fondskas te worden betaald.

    Behandeling
    De eigen vetverbranding moet worden gestopt en de koe moet weer gaan vreten. Daarom krijgt ze een infuus met een suikeroplossing in de melkader voor de directe energie en een spuitje met een cortison-preparaat om de nog overgebleven eigen energiereserves te mobiliseren. Mais en smakelijk hooi worden voor haar neus gelegd en dan krijgt ze een ‘vreetspuit’: een stof die de hersens prikkelt om te gaan vreten. Tot slot laat ik twee flessen met propyleenglycol achter voor de nabehandeling. Dat wordt haar de komende dagen in de bek ingegeven. Het werkt bij herkauwers zoals druivensuiker bij de mens: het levert snel energie. En terwijl ze nog ligt, kunnen de klauwen worden bekapt. Want daar, door die zoolzweren, is deze ellende begonnen. Door de pijn aan haar poten stond ze te kort aan het voerhek en vrat ze te weinig. En bij een koe die veel melk geeft, kan daardoor in een paar dagen slepende melkziekte ontstaan.

    Afloop
    De koe is volop gaan vreten en haar melkproductie is weer op peil gekomen. De fondskas werd deze keer dus niet aangesproken. En zo is een goede neus soms geld waard. In dit geval: de prijs van een melkkoe.


    lees verder

    © Leo Rogier Verberne
    ISBN/EAN: 978-90-818362-4-1
    www.verberneboek.nl