English Nederlands

Veterinaire Verhalen over Vee


verteld door Leo Rogier Verberne
met tekeningen van Marisca Bruinooge-Verberne


Farm Animals
  • Cover
  • Opdracht
  • Colofon
  • Inleiding
  • Een big kon niet schijten
  • Plattelandspraktijk
  • Kalf afzagen
  • Slepende melkziekte
  • Kopziekte
  • Koeien onthoornen
  • Keizersnee
  • Doodliggen van biggen
  • Geitenverlossing
  • Schijndood
  • Kalfziekte
  • Scherp-in
  • Lebmaagverplaatsing
  • Drieling
  • Maden
  • Leverbot
  • Ringschimmel
  • Bruls
  • Difterie
  • Mond- en klauwzeer
  • Boviene Virus Diarree
  • Onzichtbare uierontsteking
  • Vaarzenverlossing
  • Bedrijfsbegeleiding
  • Vee-verbetering
  • Auteur
  • 10. Schijndood

    Het vaststellen van de dood is niet altijd eenvoudig. En dat is geen nieuw probleem: vroeger werden daarom doodkisten gebruikt met een bel. De overledene kreeg het koord in zijn hand zodat hij tot het allerlaatst aan de bel kon trekken als hij nog zou ontwaken uit z’n doodsslaap. Schijndood is dus al eeuwen bekend.

    Geit
    Het is winter. Het vriest streng en het is elf uur ’s avonds. Ik wil net naar bed als de telefoon gaat. Verlossing van een geit. Bij iemand die zelf verlossingen doet als het kleinere dieren betreft zoals schapen, geiten en Shetland pony’s. Zij doet het graag, heeft kleine handen en intussen ook veel ervaring. Dit moet dus wel een moeilijk geval zijn. Temeer omdat het in dit geval haar eigen geit betreft. Urenlang heeft ze geprobeerd om het dier te verlossen; want het inroepen van hulp door de veearts wordt als een nederlaag gevoeld. Maar er zal toch een oplossing moeten komen voordat het allemaal te laat is. Het lam blijkt te groot. Het wordt dus een keizersnee.

    In de keuken
    Gelukkig kan dat op de keukentafel. Daar is het lekker warm en de werkhoogte is comfortabel. De geit wordt op de rechter zij vastgebonden met strotouwtjes aan de hoorns, de voor- en achterpoten. Die worden aan de tafelpoten vastgeknoopt. Dan de linker flank verdoven, scheren en joderen; handschoenen aan en snijden. In de baarmoeder ligt een veel te groot lam met zijn kop tegen de bekkeningang van de geit. Ik trek het aan zijn achterpootjes naar buiten. Het is vlug gebeurd, maar het is toch te laat: als een slappe tod hangt het lam in m’n hand; geen hartklop te voelen en geen oogreflex meer. De vuilnisemmer staat naast me. Met het voetpedaal doe ik die open en laat het dode lam erin vallen. In de baarmoeder zit nog een tweede lam, kleiner dan het eerste. Ook dit ligt slap op m’n hand. Ik laat ook dit lam in de vuilnisemmer verdwijnen. Ik doe schone handschoenen aan en sluit de baarmoeder en de buikholte. Als ook de huidwond gesloten is, spuit ik daarover wat wondspray. Dan knoop ik de moedergeit los van de tafelpoten. Daarbij hoor ik zacht gemekker: de geit voelt zeker dat ze bewegingsvrijheid krijgt. Als alle touwtjes zijn losgemaakt, wordt ze van de keukentafel getild. Dan klinkt er weer zacht gemekker. En dat is niet afkomstig van de geit. Opnieuw klinkt het zacht: mèèèèh. Het geluid komt uit de vuilnisemmer! Ik trap op het voetpedaal en jawel: het kleine lam scharrelt daar tussen het afval op zoek naar zijn moeder. Dat is een verrassing! De ‘nakomer’ had ik dus niet goed gecontroleerd.

    Afloop
    De moedergeit en haar dochter hebben nog jaren daarna door de tuin gehuppeld. Als ik er soms eens moest zijn, kreeg ik altijd de vraag: “En kende gij die nog?”

    001

    ‘kende gij die nog?’


    lees verder

    © Leo Rogier Verberne
    ISBN/EAN: 978-90-818362-4-1
    www.verberneboek.nl