English Nederlands

Veterinaire Verhalen over Vee


verteld door Leo Rogier Verberne
met tekeningen van Marisca Bruinooge-Verberne


Farm Animals
  • Cover
  • Opdracht
  • Colofon
  • Inleiding
  • Een big kon niet schijten
  • Plattelandspraktijk
  • Kalf afzagen
  • Slepende melkziekte
  • Kopziekte
  • Koeien onthoornen
  • Keizersnee
  • Doodliggen van biggen
  • Geitenverlossing
  • Schijndood
  • Kalfziekte
  • Scherp-in
  • Lebmaagverplaatsing
  • Drieling
  • Maden
  • Leverbot
  • Ringschimmel
  • Bruls
  • Difterie
  • Mond- en klauwzeer
  • Boviene Virus Diarree
  • Onzichtbare uierontsteking
  • Vaarzenverlossing
  • Bedrijfsbegeleiding
  • Vee-verbetering
  • Auteur
  • 22. Onzichtbare uierontsteking (bedrijfsprobleem)

    Als een koe vijfenveertig liter melk per dag produceert maar haar productie daalt plotseling naar ‘slechts’ vijfendertig liter, wat mankeert dan zo’n koe? Ziek is ze niet, maar ze is ook niet in topconditie. En als zo’n daling van de melkproductie met ruim twintig procent een aantal koeien overkomt, is er een bedrijfsprobleem.

    Holstein-Friesian
    Tot de jaren zeventig (20e eeuw) dienden de koeien een dubbel doel: zowel de melk als hun vlees was van economisch belang. De Friese koe was daarin lange tijd wereldkampioen en werd naar alle windstreken geëxporteerd. Maar sindsdien werden aparte melk- en vleesrassen gefokt. Voor de melkproductie worden nu vooral Holstein-Friesians gebruikt. Die zijn in Amerika gefokt uit de van oorsprong Friese koeien en over de hele wereld verspreid, ook terug naar Nederland. Want ook hier worden nu op de melkveebedrijven voornamelijk Holstein-Friesians gehouden. Mede daardoor is de melkproductie per koe gestegen van 5000 liter gemiddeld per jaar in 1984 naar 8200 liter in 2015. En nu, nog eens vijf jaar later in 2020, stijgt het landelijke gemiddelde van de productie per koe in Nederland naar circa 9500 liter melk per jaar (31 liter per dag gemiddeld). Behalve de erfelijke aanleg is vooral de voeding van het melkvee in die tijd sterk verbeterd waardoor de productie zoveel kon stijgen.

    Voeren
    Tot de jaren zeventig liepen de koeien van april tot oktober dag en nacht in de wei. ’s Winters werden ze op stal gezet en ze kregen dan kuilgras of hooi te vreten aangevuld met voederbieten. Nu, in de 21e eeuw, krijgt alleen het jongvee nog dag en nacht weidegang in de zomer; koeien komen niet meer buiten of maar enkele uren per dag. Want een dagproductie van veertig tot vijftig liter melk op alleen weidegras is niet mogelijk. Dat vereist een uitgekiend rantsoen. Maissilage en kuilvoer vormen daarvan de basis. Analyse van de mais- en de graskuil in een laboratorium bepaalt welke producten daaraan toegevoegd moeten worden: soja, aardappels of raapzaad; bierbostel, suikerbietenpulp of bijv. palmpittenschroot. Ook een mineralenmengsel wordt toegevoegd. Dat wordt allemaal goed gemengd en dit zogenoemde ruwvoer dient dag en nacht voor het melkvee beschikbaar te zijn en het wordt tweemaal per dag ververst. De restanten worden dan aan het jongvee en de droogstaande koeien gevoerd. Verder krijgt elke melkkoe individueel via de voercomputer twee of drie soorten krachtvoer, afgestemd op haar dagproductie en de percentages vet en eiwit in haar melk. In de stal staan daarvoor een aantal voerboxen. Daarin wordt elke koe herkend aan de transponder om haar nek of rond een van haar poten. Het voeren van melkvee is echt vakwerk geworden.

    002

    voergang met tractor

    Melken
    Op de meeste bedrijven worden de koeien twee keer per dag gemolken. Bij het gebruik van melkrobots gebeurt dat vaker, want de koeien kunnen zich dan, op eigen initiatief, de klok rond aanbieden om te worden gemolken. Gemiddeld doen ze dat meer dan drie keer per etmaal. Door vaker te melken wordt de melkproductie groter. Maar melkrobots zijn duur en voor honderd koeien heb je al twee robots nodig. Het roterende melkplatform is hiervoor een alternatief. Daarbij staan achtentwintig of nog meer koeien op een ringvormig platform dat langzaam ronddraait terwijl ze gemolken worden. In de ‘melkput’ staat de boer met de uiers van de koeien op ooghoogte. De productie van elke koe wordt gemeten en als die afwijkt van haar normale hoeveelheid wordt dat gesignaleerd. Als een koe is uitgemolken, stapt ze van het platform af en een volgende stapt er op.

    003

    roterend melkplatform

    Bij het melken worden meer kenmerken gecontroleerd. Bijvoorbeeld de geleidbaarheid van de melk als een indicator voor uierontsteking. Als die geleidbaarheid afwijkt, wordt de melk van de betreffende koe afgetapt zodat ze niet in de melktank komt. Zo wordt de kwaliteit bewaakt van de melk die wordt afgeleverd. Het melken op een modern bedrijf is dus een hightech bezigheid geworden die grote investeringen vergt.

    Productiedaling
    Een melkveehouder heeft gebeld omdat de productie van een aantal koeien al een paar dagen te laag is; de melkmachine heeft dat gesignaleerd. Verder lijken ze volkomen gezond. Wat is hier aan de hand? De meest uiteenlopende oorzaken zijn mogelijk. Meestal vreten ze dan te weinig. En dat kan allerlei oorzaken hebben: tochtige koeien zijn opgewonden en vreten dan een paar dagen minder. Of het ruwvoer is niet smakelijk genoeg; of het is onvoldoende gemengd waardoor sommige dieren bijv. te weinig mineralen krijgen. Het klauwbekappen kan te lang zijn uitgesteld waardoor meerdere koeien pijnlijke poten hebben, eerder gaan liggen en dus minder vreten aan het voerhek. De toevoer van krachtvoer naar de voerboxen kan stagneren als de voercomputer hapert of als een vijzel voor het transport vanuit de krachtvoersilo naar de voerboxen stuk is. Een silo kan met een verkeerde soort krachtvoer zijn bijgevuld. Allemaal oorzaken waardoor de voeropname niet optimaal is. Het klinkt vergezocht maar het zijn allemaal praktijkgevallen en de meeste daarvan zijn meer dan eens voorgekomen.

    Onderzoek
    Enkele van de betreffende koeien staan vast aan het voerhek als ik aankom. Ze zijn een half uur geleden gemolken. Het zoeken naar de oorzaak van een productiedaling begint met een klinisch onderzoek van deze dieren. Ze hebben geen koorts, geen afwijkende geruisen aan de longen en het hart en ook de pens functioneert normaal. Inwendig, via de endeldarm, voel ik geen afwijkingen aan de baarmoeder en de eierstokken. De mest is normaal, het voer is dus voldoende verteerd. De uiers zijn soepel, maar de lymfklieren in de liezen zijn te dik. De slotgaten van de spenen zijn eeltig. Op het zwarte vierkwartieren-schaaltje trek ik uit elk kwartier een straal melk. Die ziet er op het oog normaal uit. Maar na toevoegen van T-pol (een zeepoplossing) wordt de melk uit de achterkwartieren van deze koeien slijmig. Het betekent dat de melk een te hoog celgetal heeft. Dat duidt op een ontsteking. Maar koorts, zwelling of pijnlijkheid ontbreken. Daarom wordt dit een subklinische uierontsteking genoemd. Van de melk uit de betreffende kwartieren neem ik monsters voor bacteriologisch onderzoek.

    004

    onderzoek van het hart

    Melkmachine
    Waarom heeft de melkmachine dit niet gesignaleerd?
    De melkinstallatie meet de geleidbaarheid van de melk. Die neemt toe bij een acute uierontsteking doordat er dan meer zout in de melk zit. Maar bij een chronische mastitis verandert het zoutgehalte van de melk nauwelijks. Maar dan neemt wel het aantal witte bloedcellen in de melk (dus het celgetal) fors toe. Dat signaleert de melkmachine echter (nog) niet. Ondanks het hoge celgetal zijn de kleur, geur en smaak van de melk bij een chronische mastitis vaak niet veranderd: de melk is ‘op het oog’ normaal. Vandaar dat dit ‘onzichtbare uierontsteking’ wordt genoemd. Maar de melkgift daalt dan wel. Onzichtbare uierontsteking wordt meestal veroorzaakt door de melkmachine. Bijvoorbeeld als de machine te ruw aan de spenen ‘zuigt’. Dat kan allerlei oorzaken hebben: als (valse) lucht wordt aangezogen bij de tepelbekers doordat die niet goed aansluiten rond de spenen. Oudere tepelbekers zijn vaak te groot voor de veelal kleinere spenen van moderne vaarzen en koeien. Er kan ook valse lucht worden aangezogen als de bekers scheef onder de uier hangen of scheurtjes hebben in de tepelvoering. Om in zulke gevallen toch de melk uit de uiers te krijgen, wordt het vacuüm van de melkmachine vaak vergroot. Maar daardoor wordt er ‘ruwer’ aan de spenen gezogen en gaan de slotgaten van die spenen na enige tijd vereelten. Ze sluiten dan niet goed meer na het melken en bacteriën kunnen vanaf de huid of vanuit de ligbox de uier binnendringen en daar ontsteking veroorzaken. Deze dingen zijn vaak voorgekomen tijdens de stormachtige ontwikkelingen in de melkveehouderij gedurende de eenendertig jaar van de superheffing. Elke melkveehouder heeft in die periode, vroeger of later, zijn melkstal grondig moeten renoveren.

    melktank
    melktank

    Behandeling
    Uit de afgenomen melkmonsters werden in het laboratorium stafylokokken (S. aureus) gekweekt. Dat zijn bacteriën die vaak op de normale huid voorkomen maar die na binnendringen in de uier (subklinische) ontsteking veroorzaken met een hoog celgetal in de melk als gevolg. In het antibiogram bleek deze bacterie zeer gevoelig voor neomycine. Dat antibioticum zat destijds in de uierinjector Ubrocelan®. Die bevatte bovendien penicilline en een drijfgas. Daardoor werden beide antibiotica diep in de melkgangen van de uier en tot in het klierweefsel gedreven om daar de bacteriën te doden. Maar Ubrocelan® injectoren zijn inmiddels uit de handel genomen. Dezelfde antibiotica (neomycine en penicilline) zitten in Neopen®. Dat is een injectievloeistof die bij koeien in de spieren wordt ingespoten. Het gaat er dan niet zozeer om hoeveel (in feite hoe weinig) van de ingespoten Neopen in de uier wordt uitgescheiden. Maar het is essentieel (naar mijn mening) dat in de spieren en in de uier dezelfde antibiotica worden toegediend. Op die manier worden de concentratieverschillen tussen de antibioticaspiegels in de uier en in het bloed van de koe kleiner. Daardoor worden deze stoffen minder snel via de bloedbaan afgevoerd en blijven de werkzame concentraties in het uierweefsel langer bestaan. Omdat de betreffende koeien volop in lactatie waren, was vroegtijdig droogzetten en toedienen van een langwerkend antibioticum (een zog. droogzetter) in de uiers hier geen optie. In plaats daarvan werden ze gedurende drie opeenvolgende dagen behandeld met een injectie Neopen in de nekspieren en met een injector Ubrocelan in de aangetaste uierkwartieren na het avond-melken. Tijdens deze behandeling en in de vijf dagen daarna werd de melk van deze koeien niet geleverd.

    Preventie
    Door een specialist van de Gezondheidsdienst voor Dieren is de melkmachine doorgemeten tijdens het melken (een ‘natte’ meting). Daarbij bleken de drukschommelingen aan de speenpunten (dus in de tepelbekers) te groot. Deze al wat oudere melkmachine kon de steeds grotere hoeveelheden melk die moderne melkkoeien in steeds kortere tijd produceren niet meer aan. De afvoer van de melk naar de melktank was niet snel genoeg meer; de inhoud van de melkklauwen en de diameter van de afvoerende slangen waren daarvoor te klein. Door het stagneren van de afvoerende melkstroom raakten de melkklauwen overvuld en viel de onderdruk in de tepelbekers (nagenoeg) weg tijdens het melken. Om te voorkomen dat de bekers daardoor van de spenen zouden vallen, was het vacuüm van de melkmachine opgeschroefd. Dat veroorzaakte grote drukschommelingen aan de spenen wat door de koeien als pijnlijk werd ervaren. Daardoor waren ze onrustig tijdens het melken en werden de slotgaten van de spenen op den duur eeltig, met subklinische mastitis tot gevolg. Bij de daaropvolgende servicebeurt van de melkinstallatie zijn grotere melkklauwen gemonteerd en afvoerslangen met een dubbele diameter om deze onzichtbare uierontstekingen verder te voorkomen.

    Bedrijfsbegeleiding
    Om zijn melkkoeien in topconditie te houden, heeft de boer een aantal bedrijfsbegeleiders nodig. De veearts, de zuivelfabriek (melkcontrole), de installateur van de melkmachine (onderhoud), de voerleverancier (rantsoenberekening) en de klauwbekapper moeten met enige regelmaat het bedrijf bezoeken om het productieproces te ondersteunen. Maar als de melkproductie hapert, is een grondig onderzoek van de koe (of van enkele koeien) door de veearts de sleutel die leidt naar de oplossing. Dat is een grote uitdaging voor het vakmanschap van de veearts. Zo heb ik dat althans ervaren.


    lees verder

    © Leo Rogier Verberne
    ISBN/EAN: 978-90-818362-4-1
    www.verberneboek.nl