English Nederlands

Veterinaire Verhalen over Vee


verteld door Leo Rogier Verberne
met tekeningen van Marisca Bruinooge-Verberne


Farm Animals
  • Cover
  • Opdracht
  • Colofon
  • Inleiding
  • Een big kon niet schijten
  • Plattelandspraktijk
  • Kalf afzagen
  • Slepende melkziekte
  • Kopziekte
  • Koeien onthoornen
  • Keizersnee
  • Doodliggen van biggen
  • Geitenverlossing
  • Schijndood
  • Kalfziekte
  • Scherp-in
  • Lebmaagverplaatsing
  • Drieling
  • Maden
  • Leverbot
  • Ringschimmel
  • Bruls
  • Difterie
  • Mond- en klauwzeer
  • Boviene Virus Diarree
  • Onzichtbare uierontsteking
  • Vaarzenverlossing
  • Bedrijfsbegeleiding
  • Vee-verbetering
  • Auteur
  • 19. Difterie

    Bij kalveren komt een ontsteking voor in de bek, de keel en het strottenhoofd die difterie wordt genoemd. Kinderen kregen vroeger een soortgelijke ontsteking maar door de vaccinatie van zuigelingen met DKTP komt difterie bij kinderen bijna niet meer voor. De difterie-bacil van het kalf is trouwens een andere dan die van het kind: besmetting van kalf naar kind is niet mogelijk.

    Benauwd
    Een kalf van enkele weken of een paar maanden oud dat met de tong uit de bek staat te speekselen en niet meer wil drinken, is verdacht van difterie. Het dier heeft koorts en in de bek en de keel zijn plekken te zien met grauwkleurig, afstervend slijmvlies dat in vellen loslaat. Als die ontsteking in het strottenhoofd zit, kan in korte tijd ernstige benauwdheid ontstaan en kan het kalf stikken. De difterie-bacil is gevoelig voor penicilline. Maar toch worden niet alle bacillen door het antibioticum gedood omdat in afstervend weefsel de doorbloeding stagneert. Vooral in het strottenhoofd kan de infectie hardnekkig zijn. Je dient er bij de behandeling allereerst voor te zorgen dat het kalf niet stikt voordat de penicilline zijn werk kan doen.

    Tracheotubus
    Bij verstikkingsgevaar moet in de luchtpijp een buisje worden aangebracht onder het strottenhoofd. Daardoor kan het kalf dan ademhalen en intussen krijgt de penicilline de tijd om zijn genezende werk te doen. Zo’n tracheotubus heeft de omvang en de lengte van een pink, met een bocht van bijna 90 graden en met twee ogen om het met een bandje rond de hals vast te knopen. Er zit een tweede buisje in dat eruit kan worden gehaald en schoongemaakt.

    001

    tracheotubus met verwisselbare binnenbuis

    Spoedgeval
    Een dikbilkalf is ernstig benauwd. Gisteravond snurkte het al bij het drinken uit de melkemmer. Maar nu dreigt het te stikken. Onderweg word ik ervoor opgeroepen. Ik keer de auto en geef gas. Het stiertje staat met gestrekte hals te rukken om lucht binnen te halen. Het gierende geluid geeft aan dat de keel nagenoeg dichtzit. Zijn oogbol is blauw van benauwdheid. Ik spuit vlug wat verdovingsmiddel onder de huid aan de hals, krab wat haren weg en spuit betadine op de huid. Dan wordt het kalf op z’n zij gelegd. Dat maakt hem nog benauwder; hij spartelt wild tegen en vecht voor zijn leven. “Goed vasthouden die kop!”

    Ingreep
    Ik maak een huidsnee aan de onderkant van de hals en met het scalpel snijd ik de luchtpijp open. Dan steek ik het heft van het mes tussen de kraakbeenringen. Zo ontstaat een opening en zijn adem giert daardoor in en uit. Dan loopt er wat bloed in de luchtpijp en hij hoest. Een rode nevel blaast in m’n gezicht. Met één hand houd ik het scalpel op zijn plaats en met de andere pak ik de tracheotubus. Die moet door de opening tussen de kraakbeenringen naar binnen worden geschoven. Maar naast het handvat van het mes is weinig ruimte. En als ik het scalpel weghaal, klapt meteen de spleet in de luchtpijp dicht. Het kalf hoest weer en bloed sproeit uit de wond. Maar de derde poging is raak: het buisje zit op z’n plek. Ik leg een zwachtel rond de hals en knoop die aan beide kanten vast aan de tracheotubus. Klaar! M’n gezicht ziet rood van het bloed. Dat was maar net op tijd!

    Nabehandeling
    Het kalf wordt overeind gezet en hijgt heftig na. Door het pijpje in z’n hals stroomt volop lucht. Ik wijs de boer hoe je het binnenbuisje eruit haalt om het schoon te maken. Dat moet elke dag gebeuren om verstoppen met slijm te voorkomen. Het kalf krijgt een injectie met penicilline. Voor de nabehandeling gedurende een week geef ik een vol flesje aan de boer. Het kalf wordt apart gezet en krijgt een eigen melkemmer. Want in zijn speeksel zitten difteriebacillen en die breng je met de drinkemmer over naar de andere kalveren. Over een week of vier als ik toch hier moet zijn voor de bedrijfsbegeleiding, haal ik het buisje er wel uit. De opening zal daarna vanzelf dichtgaan.

    Afloop
    Na vier weken is het kalf flink gegroeid. Het speelt door het hok en ademt rustig. Alleen de band om zijn nek herinnert nog aan zijn benauwde avontuur. Ik knip de band door en trek het buisje uit de luchtpijp. Maar een week later begint het snurken opnieuw. De opening aan de hals is dichtgegaan, maar het strottenhoofd was niet genezen. De tracheotubus moet opnieuw worden ingebracht. Als ik voor de nabehandeling een flesje penicilline aanreik, blijkt dat er nog een half flesje over is van de vorige keer. Toen was er al na drie injecties niks meer aan het kalf te zien. En waarom zou je dan nog meer spuiten? Boeren-zuinigheid is wel goed maar niet altijd goedkoop.


    lees verder

    © Leo Rogier Verberne
    ISBN/EAN: 978-90-818362-4-1
    www.verberneboek.nl